Metaaldetectie | ZWINPROJECT

Metaaldetectie, meer dan mooie objecten

Een relatieve nieuwkomer binnen de archeologie is metaaldetectie. Al jarenlang speuren hobbyisten, de zogenaamde metaaldetectoristen, velden af op zoek naar historisch interessante vondsten. Dankzij de officiële erkenning voor detectoristen, en een verbeterende verstandhouding tussen archeologen en deze hobbyisten is er nu ook bij opgravingen en prospecties veel meer aandacht voor metaalvondsten. Veel hobbyisten zijn bovendien zeer vertrouwd met bv. de studie van oude munten of gespen en dragen zo hun steentje bij tot het werk van de beroepsarcheoloog, die op zijn beurt zijn terreinkennis deelt.

Gecoördineerde metaaldetectie waarbij enkel in de ploeglaag wordt gezocht en alle vondsten precies worden ingemeten met een DGPS.

Reeds in de 19e eeuw had men al een zekere basiskennis over metaaldetectie. Het is echter de eerste wereldoorlog die gezorgd heeft voor een bruikbare metaaldetector. De huidige metaaldetectors kunnen quasi alle metalen opsporen met daarbij vooral aandacht voor metalen die werden gebruikt voor munten, opsmuk en allerlei gebruiksvoorwerpen. In een gecoördineerd archeologisch onderzoek zoeken metaaldetectoristen systematisch akkers of een ganse site af volgens evenwijdige lijnen. Daarbij kunnen ze tot ongeveer 30 cm diep metalen detecteren. Naast veel (vaak modern) afval worden de meer interessante vondsten bovengehaald, meteen verpakt en ingezameld. De vindplek wordt nauwkeurig met een GPS ingemeten zodat een spreidingskaart kan worden opgemaakt. De vondsten worden daarna in detail bekeken, hun historische betekenis bepaald en in een depot bewaard onder beschermende omstandigheden na een eventuele conservatie. Zo blijven ze ter beschikking voor verder onderzoek en dragen ze hun steentje bij tot meer archeologische kennis.

Niet zomaar verspreid op het veld

De beste resultaten werden geboekt op de site van Monnikerede. Op een oppervlakte van 5 hectare werden in totaal 193 metalen objecten gevonden. Vooral de middeleeuwse nagels zijn opvallend talrijk aanwezig in bepaalde zones. Maar ook musketkogels, gespjes, gewichtjes, scharnieren of vingerhoeden behoren tot het brede scala aan gedetecteerde voorwerpen. Hoofdzakelijk munten kunnen dikwijls precies gedateerd worden en geven een inzicht in de chronologisch-topografische ontwikkeling van het stadje dat goed overeenstemt met de resultaten van de verspreiding van het oppervlakte-aardewerk (zie figuur rechts). Enerzijds is er een gelijkenis wat betreft de algemene ruimtelijke spreiding: op de zones waar het aardewerk clustert, is er ook een grotere densiteit aan metalen voorwerpen. Anderzijds lijkt ook de topografische evolutie doorheen de tijd erg gelijkend: in het centrum van de site wordt het oudste materiaal gevonden (13e tot 16e eeuw), en meer oostelijk en westelijk ligt jonger materiaal (17e tot 20e eeuw) aan het oppervlak.

De metaalvondsten in Monnikerede kennen eenzelfde verspreidingspatroon als het aardewerk. Centraal vinden we het oudste materiaal van de site terug.

Een verloren zegelmatrijs

Eén van de meest intrigerende detectievondsten is een zegelmatrijs op naam van Cornille d’Estaimbourg. In Monnikerede werd door een detectoriste een gave zegelmatrijs gevonden: meteen het begin van een echt detectiveverhaal. Speurwerk in archieven bracht ons eerst tot bij de familie D’Auberchicourt, waaronder ene Corneille d’Estaimbourg. De man was onder andere kapitein-baljuwvan Biervliet, een andere belangrijke haven in Zeeuws-Vlaanderen, en ‘crichouder’ in het Brugse Vrije in de periode van 1447 -1455. Maar hoe kwam zijn zegelmatrijs in Monnikerede terecht? Een eerste verklaring zou een handelsgerelateerd bezoek aan het havenstadje kunnen zijn. Een andere mogelijke reden is het huwelijk van Karel de Stoute en Margareta van York op 3 juli 1468. Bij de huwelijksplechtigheid logeerden verschillende edelen in Damme. Het is dus niet onmogelijk dat hij, als Brugs ridder, aanwezig was en er zijn zegelmatrijs heeft verloren. Maar voorlopig blijft het gissen…

De afdruk van de zegelstempel (links) en het wapenschild van Corneille d'Estaimbourg.

Een meer uitgebreid artikel over de gevonden zegelstemel van Corneille d'Estaimbourg verschijnt binnenkort in het tijdschrift Ex situ.