Studie van ballaststenen | ZWINPROJECT

Ballast & Bagger. Handel in keien & zand in de voorhavens van het Zwin

Naast aardewerk en baksteen, werd er tijdens de veldprospectiesook opvallend veel natuursteen gevonden op de sites van Monnikerede en Hoeke. Geen typische bewerkte zand- of kalksteen gebruikt in bouwwerken, maar veelkleurige gerolde keien. Nader onderzoek in de directe omgeving van de sites toonde aan dat dergelijke vreemde keien ook sporadisch zijn herbruikt als bouwmateriaal in de boerderijen en monumenten in het Zwingebied. Aangezien deze stenen van nature niet in de polders thuishoren, moest ons onderzoek duidelijkheid maken waarom ze zo talrijk voorkomen in de voorhavens van Brugge.

Exotische keien worden aangetroffen in de hele Zwinregio: in kerken, op velden en in paadjes.

Lithologische en petrografische herkomstanalyse

Het merendeel van de stenen die werden teruggevonden in de Zwinregio konden worden gedetermineerd als zogenaamde ‘zwerfstenen’. Hun geologische oorsprongsgebied is zeer verspreid in de Scandinavische regio. Tijdens de ijstijden hebben gletsjers deze stenen echter honderden kilometer vooruitgeschoven en afgezet aan de kusten van de Baltische Zee, waar ze nu massaal op de stranden aanspoelen.

De herkomstgebieden van het merendeel van de keien (links). De stenen worden doormidden gesneden voor de petrografische analyse (rechts).

Het microscopisch onderzoek determineerde enkele stenen als Asbiaan kalksteen. De gaten van een specifieke boormossel (Pholas dactylus) wijzen erop dat de steen ooit nabij de kust heeft gelegen. Wanneer het dagzomen van de steen en het voorkomen van de boormossel op kaart worden gezet, komt de regio nabij Berwick-upon-Tweed naar voor als herkomstgebied van deze keien.

Het herkomstgebieden van de Asbiaan kalkstenen en boormossels (rechts). De boormossel (Pholas Dactylus) in doorsnede (midden). Microscopische opnames (rechts).

De Hanze als handelaar in ballast

De twee specifieke kustzones die werden aangeduid als herkomstgebieden van de keien blijken geen toevallig gekozen locaties te zijn, maar waren belangrijke middeleeuwse handelsplaatsen. Langsheen de Baltische vinden we immers de grote  Hanzeatische  havens van Wismar, Lübeck of Stralsund die de draaischijf waren het middeleeuwse handelsnetwerk waartoe ook Brugge behoorde. Ook de Schotse en Engelse oostkust, en zeer specifiek Berwick-upon-Tweed, is gekend voor zijn middeleeuwse handel met Vlaanderen. Dit onderzoek heeft aangetoond dat lichte vrachten (zoals stokvis of wol die dikwijls vanuit deze havens vertrokken) werden verzwaard met lokaal gevonden ballastkeien. In de Zwinhavens lieten ze vervolgens niet enkel de handelswaar achter, maar ook hun keien. In de plaats namen ze lokaal zand als ballast aan boord. Nieuw historisch en archeologisch onderzoek heeft immers aangetoond dat het zand uit de Zwinregio internationaal gegeerd was als bouwmateriaal. Bovendien functioneerde de haven van Monnikerede als stapelplaats voor de stokvis en was Hoeke de haven waar schepen op het droge werden getrokken voor herstellingen. Reden te meer dus om de ballast over boord te gooien. Volgens een strikte reglementering én tegen betaling wisselden buitenlandse schepen hun keien voor zand om hun terugtocht aan te vatten.

Het gecombineerd archeologisch, geologisch en historisch onderzoek legt voor het eerst een verborgen handelsnetwerk in ballast bloot.

Een uitgebreid artikel over dit onderzoek naar de herkomst en handel in ballaststenen verschijnt binnnenkort in The European Journal of Archaeology. De online pre-publicatie vind je al hier al terug.