Geofysische bodemsensoren | ZWINPROJECT

Geofysisch onderzoek laat non-invasieve prospectie toe met betrekking tot in archeologisch vooronderzoek. Zonder in de bodem te gaan kan men aan de hand van verschillende sensoren kan een gedetailleerd beeld krijgen van de ondergrond en mogelijke menselijke ingrepen daarin. Om een eerste zicht te krijgen op onregelmatigheden in de ondergrond in Monnikerede werd een elektromagnetische survey (EMI) uitgevoerd. Aanvullend werd op sommige plaatsen magnetometrie ingezet in een poging een meer gedetailleerd beeld te verkrijgen van de reeds vastgestelde menselijke ingrepen.

Het geofysisch onderzoek gebruikte voor EMI-sensoren (boven), aangevuld met magnetometers (onder).


Gedurende de EM survey wordt een EMI-sensor voortgetrokken door een quad. Een spoel in deze sensor zendt continue elektromagnetische golven in de ondergrond en op specifieke tijdsintervallen wordt de respons die te wijten is aan de ondergrond, gedetecteerd. Aan de hand van deze metingen kunnen vervolgensde elektrische en magnetische eigenschappen van een bodemvolume geschat worden. Variaties in de elektrische eigenschappen geven dus informatie over de compositie én mineralogische samenstelling van de bodem. Daarentegen kunnen variaties in de magnetische eigenschappen vaak gerelateerd worden met specifieke menselijke ingrepen zoals het graven (en opvullen) van een gracht, het maken van vuur of de aanwezigheid van baksteen of ijzer. Om een meer gedetailleerd beeld te krijgen van magnetische variaties werd op specifieke plaatsen een magnetometer ingezet. Deze sensoren zenden zelf geen golven uit, maar registreren enkel de magnetische onregelmatigheden aanwezig in de ondergrond.

De magnetische susceptibiliteit in Monnikerede. Wit is hoog-magnetisch, zwart is laag-magnetisch (links). Interpretatie van het geofysisch onderzoek in Monnikerede (rechts).

In totaal werd er in Michem, Monnikerede en Hoeke 44 hectaren geofysisch onderzocht, 42 ha met de EMI-sensor en 2 ha met de magnetometers.  Zowel op de geploegde akkers als op de ongeploegde weilanden konden grachten, straten, dijken, percelen en wooneenheden met voorheen ongekende precisie worden afgelijnd. Vooral de magnetische reactie geeft een ongezien inzicht in de morfologie van de laatmiddeleeuwse stadjes. In het zuidelijke weiland van Monnikerede laat de Hoogstraat zich scherp aflijnen Hoogstraat als een laag-magnetische noord-zuid lopende ruggengraat. Aan beide zijden van deze dijk wijzen hoog-magnetische reacties op intense bewoning. De noordelijk gelegen akkerlanden vertonen een gelijkaardig beeld: een deze keer brede oost-west lopende laag-magnetische zone, aan beide zijden geflankeerd met hoog-magnetische aanwijzing van bewoning. Een bijkomende opvallende constatering was dat er ook duidelijk lege ‘ongerepte’ zones opgemeten zijn. Deze schijnbare afwezigheid van ondergrondse sporen werd bevestigd tijdens de veldprospectie. Eenzelfde beeld krijgen we in Hoeke, waar de voormalige dijk zich als een lijnvormige laag-magnetische zone laat herkennen, en aan beide zijden clusters van  hoog-magnetische perceelskernen heeft. In Michem werd een palimpsest van grachten en kuilen gedetecteerd die in de richting van volmiddeleeuwse bewoning lijken te wijzen.

Een artikel over het geïntegreerd geofysisch en fieldwalking onderzoek in Monnikerede en Hoeke is gepubliceerd in Archaeological Prospection en is ook hier terug te vinden op de website.

Meer info over het geofysisch onderzoek aan de UGent vindt u op de website van ORBit