Remote Sensing | ZWINPROJECT

Remote Sensing data zijn ruimtelijke informatielagen die vanop enige hoogte boven het aardoppervlak verzameld worden. Dergelijke data zijn al geruime tijd beschikbaar als onderzoeksmiddel, maar zijn in de Zwinregio nog maar amper bekeken.

Qua luchtfotografische bronnen kunnen we putten uit de luchtfotocollectie van de Universiteit Gent. De vakgroep Archeologie is al enkele decennia bezig met luchtfotografische prospecties van vooral Oost- en West-Vlaanderen en beschikt ondertussen over meer dan 70.000 schuine luchtfoto’s. Aan de hand van sporen in de gewassen of het naakte land worden nieuwe sites gedetecteerd en gekarteerd. Daarnaast beschikt de vakgroep ook over een grote collectie historische luchtfoto’s uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog.

xcx
De regio Koolkerke gefotografeerd tijdens WO I (links), WOII (midden) en in 1967 (© UGent Vakgroep Archeologie)

Via het AGIV en het NGI zijn er bovendien talrijke reeksen orthogonale luchtfoto’s beschikbaar uit de periode 1948-2014. Deze reeksen dekken Vlaanderen in zijn geheel en zijn dus niet site-gericht gemaakt.

In totaal beschikken we in het Zwingebied over meer dan 2000 schuine luchtfoto’s, 324 luchtfoto’s uit de wereldoorlogen en 20 digitale en analoge reeksen orthofoto’s.


Plaatsbepaling van alle beschikbare luchtfoto's in het Zwingebied (© UGent Vakgroep Archeologie)

Een bron die in Vlaanderen beschikbaar is sinds 2004, maar vooralsnog ook nog niet in het Zwindebat betrokken is, zijn de LiDAR-data. Vanuit een vliegtuig worden laserpulsen uitgezonden en opgevangen. Door de tijdverschillen op te meten kan men zeer gedetailleerd de afstand berekenen. Na verschillende bewerkingen kan men vervolgens een hoogtemodel van het aardoppervlak modelleren: het Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen (DHMV).

Tussen 2000 en 2004 werden de eerste generatie hoogtemodellen geproduceerd in Vlaanderen (DHMV-I), per 4m² was er gemiddeld 1 laserpuls informatie beschikbaar. Voor het Zwingebied ligt het gemiddelde zelfs op 1 puls per 2m². Op dit moment is men bezig met de tweede generatie Vlaamse hoogtemodellen die tot 16 pulsen per m² zullen bevatten.


DHMV-I in  de regio Damme-Koolkerke (hoogtewaarden in mTAW)(©AGIV)

Het DHM-Vlaanderen kan zowel op landschappelijk als op site-niveau gebruikt worden. In het Zwingebied lijkt de LiDAR vooral nieuwe inzichten te geven over de geomorfologie van de regio. Oude geulen die tijdens de bodemkartering in de vorige eeuw amper herkend werden, kunnen nu bijvoorbeeld veel makkelijker herkend worden.

 

Meer info voor het luchtfotografisch onderzoek aan de Vakgroep Archeologie van UGent vind u op: http://www.archaeology.ugent.be/luchtfotografie